digital marketing

Google Analytics, wat moet je daarmee?

Google Analytics

Op het einde van elk kwartaal geven we de klanten voor wie we de website en/of socialmediakanalen onderhouden een overzicht te geven van enkele statistische kerncijfers. Die halen we uit Google Analytics, Google Search Console en de data die Facebook, LinkedIn, Instagram, Mailchimp etc. zelf aanbieden.

We doen die oefening – toegegeven, niet vaak genoeg – ook voor onszelf. En terwijl we er voor klanten telkens in slagen een duidelijk overzicht te geven en vaak zelfs een zinvol advies te formuleren, lukt dat voor Cactus Communications niet of nauwelijks.

Vijftig tinten blauw?

62 procent van onze websitebezoekers zijn vrouwen. Tja. Dat zal dan wel. Het grootste deel van hen is tussen de 25 en 34. Al zijn er ook heel wat tussen 45 en 54. Tof. Maar wat moet ik daarmee?

Wij doen aan marketing en communicatie en we merken ook wel dat marketingafdelingen bij onze klanten vooral door vrouwen bemand (sorry, taal is vaak seksistisch) worden. Het grootste deel van de mensen met wie we beroepshalve contact hebben zijn vrouwen. Dat weet ik, daarvoor hebben Google niet nodig.

Moeten we onze inspanningen op social media meer toespitsen op de vergeten leeftijdsgroep van de 35- tot 44-jarigen? Moeten we meer stoere taal gebruiken en onze merkkleuren omgooien naar blauwtinten zodat we meer mannen aanspreken? Ik dacht het niet.

Productiviteit en motivatie

Op LinkedIn blijken vooral de posts waarin we artikels delen van nieuwssites etc. over productiviteit en motivatie veel clicks te generen. Da’s fijn voor die andere websites en hoewel we die artikels graag gelezen hebben (de enige reden waarom we ze deelden), staan ze nogal ver van onze business af. Ik ben er zeker van dat het ons nog geen enkele extra volger heeft opgeleverd, laat staan een lead. Third party content over marketing en communicatie doet het dan weel helemaal niet goed op onze company page. Ik vind dat jammer, want bij die content kunnen we tenminste een link leggen naar onze eigen business en misschien zelfs naar onze website. Maar dat doen we niet, want het werkt niet.

De posts waarin we een persoon of bedrijf vermelden en een eigen visuals verwerken, zij het van een realisatie, een aanbeveling van een klant, de cover van een magazine waaraan we meeschreven… kunnen dan weer op een hoog engagement rekenen. Minder vertoningen, maar wel meer likes. Leuk, maar daar kopen we geen brood mee, helaas. Het zal wel iets doen voor onze naamsbekendheid, maak ik mezelf dan wijs.

Bloggen werkt

Er is echter één conclusie die je telkens kunt trekken wanneer je in je statistieken duikt: bloggen werkt. Wanneer ik in Google Search Console zie op welke zoektermen we het hoogst scoren en het meest vertoningen krijgen, zijn het die termen waarover we geblogt hebben.

De meest bezochte pagina’s op onze site – de homepage, contactpagina en wie zijn we niet meegerekend – zijn steevast die paar blogberichten die ook op sociale media het meest aandacht mee trok. Dat geldt voor Cactus Communications en voor het gros van onze klanten.

Als je online marketing goed wil doen, moet je bloggen. En als je het perfect wil doen, denk je eerst na over de termen waarmee je in Google wilt scoren en waarop je gevonden wilt worden, om dan over die termen te bloggen. Niet zoals wij doen dus, wij bloggen over wat ons bezighoudt. Dat is leuk, maar het levert minder resultaten op.

Bloggen werkt. Zet er een verrassende of grappige visual bij en succes is verzekerd, ook op sociale media.

Het is de enige conclusie die ik met zekerheid durf te trekken na mijn kwartaalduik in de statistieken.